Post by Sebastian Claude Latesh on Apr 19, 2008 7:25:17 GMT
Het oude theater baadde voor de laatste keren in het helderrode zonlicht van de ondergaande zon voordat deze helemaal aan de horizon verdween. Het was nu nog maar een kwestie van wachten tot de zilveren cirkel van de volle maan zou opduiken.
Binnenin Tijd Staat Stil ijsbeerde iemand zenuwachtig rond in de gangpaden. Met de seconde die voorbij streek werd hij nog nerveuser en beet twijfelend op zijn rechterduim. De doffe, blauwe ogen schoten naar de klok die in het theater hing, kwart over 3 duidde deze aan. Maar de wijzers van de klok zouden nooit meer bewegen. Het was een stomme tic die Sebastian kreeg als hij zenuwachtig werd. Kijken naar de dichtsbijzijnde klok. Rond een uur of half tien in de avond zou de maan verschijnen en dan zou zijn hele plan om zeep zijn. "Waar is hij? Waar is hij? Wààr?!" tierde hij door de gangen.
Hij zag eruit alsof hij een drugsverslaafde was die nodig zijn shot moest hebben maar er waren andere redenen voor zijn ongemakkelijkheid.
De deur ging open en een kort, dik mannetje verscheen in de deuropening. Aan een zijde stapte een beer van een vent met hem mee, eentje die Sebastian nooit alleen neer zou krijgen. "Sebastian, mijn broeder!" klonk de vrolijke stem met een duidelijk nep Italiaans accent erin. Een Wannabe-maffiosi noemde hij zulke mensen. "Youwe got the money?" klonk zijn stem in het Engels en plots niet meer zo vrolijk maar puur zakelijk.
Een steek ging door Sebastian heen alsof hij werd neergestoken maar niemand had hem aangeraakt. Hij reiktte zijn hals uit naar boven en hapte met grote ogen naar adem. "Sebastian? Mijn vriend? Ben jij wel in orde?" hoorde hij de nep-Italiaan zeggen. Hij reageerde er niet meer op. De tijd was rijp om zijn plannen hier uit te voeren.
Hij wankelde naar de coulissen toe van het theater, zich vastgrijpend aan alle vastzittende objecten die hij tegenkwam in zijn weg.
Nét toen hij uit het zicht verdwenen was van het korte mannetje hoorde die een doffe klap en wat gereutel. "Alias, ga kijken." droeg hij zijn bodyguard op. Deze gehoorzaamde zoals altijd en stapte met grote passen naar de coulissen toe. Een pijnlijke schreeuw weerklonk voordat de man neerviel, nog niet dood maar duidelijk in shock. Hij reutelde van het bloed dat hij verloor aan zijn borst waar een beest zijn tanden had in gezet. Even snaktte de enorme man naar adem toen enkele witte poten zich op zijn borst zette voordat een blond-witte snuit verscheen met ontblootte, bloederige tanden.
Het dier had zowat alle kleuren die een wolf of een wilde hond maar kon hebben. Graankleurig, zwart, grijs, bruin, wit. Allemaal gegoten in een prachtig patroon met een zwarte aalstreep over zijn rug.
De korte man kon zijn schoonheid echter niet bewonderen. Hij was doodsbang. Dit wezen had zonet zijn bodyguard neergehaald met een haal van zijn krachtige kaken. Hij staarde naar de donkere ogen van het wilde beest. Die leken te twinkelen van plezier terwijl de snuit zich krulde in een denkbeeldige grijns. Het was alsof hij het dier kon horen praten, zo bang was hij. 'Now, iet's your turn.' dacht het mannetje te horen met een nep-Italiaans accent. Een schot werd gelost van zijn kant af. Dat was het laatste dat hij nog kon registreren. De wolf sloeg toe en een bloedbad was het gevolg.
Toen Sebastian weer bij positieven was doordat de maan zich waarschijnlijk weer schuilhield knipperde hij even met zijn ogen en zag dat hij halvelinge over de bodyguard heen hing. Hij hing helemaal onder het bloed zoals gewoonlijk maar nu voelde hij iets anders dan andermans bloed. Over zijn schouder liep vers bloed, van hemzelf. Hij greep ernaar met zijn andere hand en druktte tegen de wonde aan. Morgen maar weer naar het ziekenhuis, welke smoes zou hij dan gaan verzinnen?
Binnenin Tijd Staat Stil ijsbeerde iemand zenuwachtig rond in de gangpaden. Met de seconde die voorbij streek werd hij nog nerveuser en beet twijfelend op zijn rechterduim. De doffe, blauwe ogen schoten naar de klok die in het theater hing, kwart over 3 duidde deze aan. Maar de wijzers van de klok zouden nooit meer bewegen. Het was een stomme tic die Sebastian kreeg als hij zenuwachtig werd. Kijken naar de dichtsbijzijnde klok. Rond een uur of half tien in de avond zou de maan verschijnen en dan zou zijn hele plan om zeep zijn. "Waar is hij? Waar is hij? Wààr?!" tierde hij door de gangen.
Hij zag eruit alsof hij een drugsverslaafde was die nodig zijn shot moest hebben maar er waren andere redenen voor zijn ongemakkelijkheid.
De deur ging open en een kort, dik mannetje verscheen in de deuropening. Aan een zijde stapte een beer van een vent met hem mee, eentje die Sebastian nooit alleen neer zou krijgen. "Sebastian, mijn broeder!" klonk de vrolijke stem met een duidelijk nep Italiaans accent erin. Een Wannabe-maffiosi noemde hij zulke mensen. "Youwe got the money?" klonk zijn stem in het Engels en plots niet meer zo vrolijk maar puur zakelijk.
Een steek ging door Sebastian heen alsof hij werd neergestoken maar niemand had hem aangeraakt. Hij reiktte zijn hals uit naar boven en hapte met grote ogen naar adem. "Sebastian? Mijn vriend? Ben jij wel in orde?" hoorde hij de nep-Italiaan zeggen. Hij reageerde er niet meer op. De tijd was rijp om zijn plannen hier uit te voeren.
Hij wankelde naar de coulissen toe van het theater, zich vastgrijpend aan alle vastzittende objecten die hij tegenkwam in zijn weg.
Nét toen hij uit het zicht verdwenen was van het korte mannetje hoorde die een doffe klap en wat gereutel. "Alias, ga kijken." droeg hij zijn bodyguard op. Deze gehoorzaamde zoals altijd en stapte met grote passen naar de coulissen toe. Een pijnlijke schreeuw weerklonk voordat de man neerviel, nog niet dood maar duidelijk in shock. Hij reutelde van het bloed dat hij verloor aan zijn borst waar een beest zijn tanden had in gezet. Even snaktte de enorme man naar adem toen enkele witte poten zich op zijn borst zette voordat een blond-witte snuit verscheen met ontblootte, bloederige tanden.
Het dier had zowat alle kleuren die een wolf of een wilde hond maar kon hebben. Graankleurig, zwart, grijs, bruin, wit. Allemaal gegoten in een prachtig patroon met een zwarte aalstreep over zijn rug.
De korte man kon zijn schoonheid echter niet bewonderen. Hij was doodsbang. Dit wezen had zonet zijn bodyguard neergehaald met een haal van zijn krachtige kaken. Hij staarde naar de donkere ogen van het wilde beest. Die leken te twinkelen van plezier terwijl de snuit zich krulde in een denkbeeldige grijns. Het was alsof hij het dier kon horen praten, zo bang was hij. 'Now, iet's your turn.' dacht het mannetje te horen met een nep-Italiaans accent. Een schot werd gelost van zijn kant af. Dat was het laatste dat hij nog kon registreren. De wolf sloeg toe en een bloedbad was het gevolg.
Toen Sebastian weer bij positieven was doordat de maan zich waarschijnlijk weer schuilhield knipperde hij even met zijn ogen en zag dat hij halvelinge over de bodyguard heen hing. Hij hing helemaal onder het bloed zoals gewoonlijk maar nu voelde hij iets anders dan andermans bloed. Over zijn schouder liep vers bloed, van hemzelf. Hij greep ernaar met zijn andere hand en druktte tegen de wonde aan. Morgen maar weer naar het ziekenhuis, welke smoes zou hij dan gaan verzinnen?