|
Post by Sebastian Claude Latesh on May 5, 2008 19:37:14 GMT
Knarsend en piepend haalde de oude slagboom zichzelf omhoog toen er een parkeerbiljet in het gleufje werd gestoken. Toen de wit-rood gestreepte balk zijn hoogtepunt had bereikt ronkte de motor van een oud, wit Fiatje. Het oude voertuig was nog best vinnig voor zijn leeftijd en reed de steil aflopende afrit af voordat het indraaide bij een parkeerplaats. Eentje die hij net langs een grote paal vond waarop ooit 3F geschilderd stond, als oriëntatiepunt voor de mensen die hier kwamen parkeren.
Achter het stuur keken twee fletse, blauwe ogen over het dashboard heen voordat zijn sterke hand een hendeltje overhaalden. De hevige mistlampen waren aangezet. Het volgende dat de man deed was aan een hendel van zijn stoel trekken waarna hij rustig en stil wat achteruit ging liggen. Hij had hier een afspraak met iemand. Verheugd keek Sebastian op toen er een silhouet verscheen in de mistlampen.
De silhouet verdween na de onderhandelingen weer met enkele zakjes wit poeder rijker maar een heel deel geld minder. Sebastian keek verheugd naar het stapeltje, veelkleurig geld en liet de blaadjes ritselen onder zijn duim. "There's no bussiness like drug bussiness..." maakte hij zijn eigen versie van een wereldberoemde quote. De mond die omringt was met korte stoppelhaartjes krulde zichzelf om in een tevreden grimas. Hij was zo verdiept in zijn nieuwe aanwist dat hij niets om hem heen opmerktte.
|
|
|
Post by :: Heen - en - weer - wolf on Jun 26, 2008 12:17:58 GMT
Niet ver daar vandaan was nog iemand aanwezig, alleen zou het voor degene die hem zou opmerken niet echt eeen pretje zijn. Morton zat onder het bloed, en had daarnet zijn eerste slachtoffer van de schemering al te pakken. Een jonge vrouw van een jaar of dertig, waarschijnlijk zwanger van haar eerste kind. Nou, nu dus niet meer. Met de zoom van zijn gewaad veegde hij zijn mond schoon, en schraapte zijn keel even. Hij mocht dan wel mensen opeten, maar hij had nog steeds manieren. Toen hij dichtbij geluid hoorde veerde hij overeind en besloop Sebastian van achteren, totdat hij vlakbij was. "Goedenavond, mijnheer" zei hij dan met een gladde stem.
|
|